Nataal - editie 39

56 NATAAL .nl PREMATUUR Wanneer ontstonden de eerste ideeën over een kunstbaarmoeder? ‘Al in de jaren vijftig bedacht men dat het een ideale situatie zou zijn voor veel te vroeg geboren baby’s. In een kunstbaarmoeder zouden de organen verder kunnen rijpen, zodat het kind sterker ter wereld komt. De eerste echte experimenten werden zo’n dertig jaar geleden opgezet, met dieren welteverstaan. Vorig jaar is men er in de VS voor het eerst in geslaagd om premature lammetjes in een kunstbaarmoeder verder te laten groeien.’ Welke beperkingen van de couveuse moet de kunstbaarmoeder gaan oplossen? ‘Een groot probleem bij extreem premature baby’s zijn de onvolgroeide longen. Zodra er zuurstof in hun longetjes komt raken de longblaasjes beschadigd, waardoor vaak blijvende schade ontstaat. In een couveuse is het altijd zoeken naar de juiste balans. Dien je te veel zuurstof toe dan beschadigt het netvlies en kan blindheid ontstaan. Geef je te weinig zuurstof dan ontstaat er hersenschade. We hebben de zorg voor prematuren al vergaand kunnen verbeteren, maar nu lopen we tegen grenzen aan. In een kunstbaarmoe- der wordt de zuurstof via de navelstreng toegediend en kunnen de longen verder rijpen. We hopen hiermee de periode tussen 24 en 28 weken te overbruggen. Daarna zijn de longen veel beter in staat om zuurstof op te nemen en nemen de overlevingskansen snel toe.’ U bent betrokken bij onderzoek dat binnenkort van start gaat. Het Maxima Medisch Centrum, TU Eindhoven en andere ziekenhuizen in Europa werken hierin samen. Wat gaan jullie onderzoeken? ‘Ons doel is het ontwikkelen van een prototype voor de kunstbaarmoeder. Wereldwijd werken onderzoekers nu aan de vertaling van het proefdierexperiment naar de klinische praktijk. Ook in Australië, Japan en de VS zijn ze volop bezig. Er is natuurlijk nog veel onderzoek nodig, bijvoorbeeld over de samenstelling van het kunstmatige vruchtwater, de toediening van de zuurstof en de vorm van de kunstbaarmoeder. Toch is de verwachting dat de eerste klinische experimenten binnen vijf jaar zullen gaan plaatsvinden.’ Waar liggen de uitdagingen van dit onderzoek? ‘De experimenten met schapen bewijzen dat het kan. De uitdaging is dit te vertalen naar de mens. Dat doen we onder meer met computermodellen waarmee we kunnen berekenen hoe de kans het grootst is dat de Wie denkt dat de kunstbaarmoeder science fiction is, kan maar beter gaan wennen aan het idee. Gynaecoloog Guid Oei van het Maxima Medisch Centrum weet het zeker: binnen een jaar of vijf zullen de eerste klinische onderzoeken van start gaan. Door: Eveline van Herwaarden DE KUNSTBAARMOEDER KOMT ERAAN Een interview met Guid Oei

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA3NTA1